Rotterdammer in Quarantaine #1 – Pilot

Jeetje, jongens, effe luisteren nou. Ondertussen is het al de tweede week dat we met z’n allen in quarantaine (karantèn) zitten. De eerste week heb ik me opgevreten over de mensen die maar lekker lollig vakantie aan het vieren waren in eigen land, terwijl ik me een hernia aan het zitten was op de bank. En in de tweede week… deed ik hetzelfde. Echt ik erger me de tering aan al die mafklappers die maar denken dat we hier met z’n allen voor de lol binnen lopen te zitte. Dus ik dacht: mooi begin om weer ‘es effe wat online te gooien. Tis niet alsof ik ergens moet wezen of zo.

#Staythefuckhome

Nou, dit was toch me toch een dingetje voor een hele bubs mensen. Man, man, man. Hoe moeilijk ken het zijn om binnen te blijven met je bek? Het enige wat je hoeft te doen, is de deur niet open doen. Doe je toch ook niet voor Jehova getuigen, dus doe het dan ook niet voor corona. Zo makkelijk is et.

Coronavakantie

En toch lijkt et of je een lekker vakantietje heb geboekt in het stadspark. Het ultieme moment om fijn te kleppen met al die andere schoolpleinouders die ineens opgescheept zitten met hun jong. Samen gezel in het park ouwetetterhoeren over welk kind immuner voor dit ‘griepvirusje’ is. Of lekker al die opstandige pubers die effe buiten een peukie moeten roken met z’n honderdtienen tegelijk. Corona, longkanker, tomeeto-tomaato.

Kijk, als je dan toch per se zo dicht op elkaar wil staan als kippen in een legbatterij, zelf weten. Ik gaat niet als een of andere nep-Batman rondjes door me wijk waggelen en tetteren dat alleen vissen zonder brein samenscholen. Beetje een grote muil riskeren met corona-lucht. Helemaal geen zin in. Laten we wel wezen, ik ben veel stoerder als blogger.

Dus je hebt gelijk hoor, lekker buiten blijven jengelen. Op afstand, zo’n anderhalve meter. Dan ken die corona toch niet bij je komen.

Anderhalve meter

Ja, ja, anderhalve meter. Je beste vriendin, je vader, Rutte, opa, burgermeester en al die fucking influencers die je volgt op Instagram roepen et. Zelfs Irma Sluis, de doventolk, blijft het herhalen. En toch ken je het maar niet onthouwe. Geeft niet hoor meit, ik help je effe:

Anderhalve meter is 150 centimeter. Honderdvijftig centimeter is iets kleiner dan een 65 inch tv. Zo’n 130 cm groter dan de piemel van je vriendje. Issie groter? Niet, meit wat fijn! 150 centimeter is de lengte van die lelijke vloerlamp in je woonkamer, dat stoffige Ikea vloerkleed wat je wilde hebben bij je hoekbank, een kleine eettafel met vier stoelen van de Kwantum. Het is ongeveer een kwart van je darmen en eentiende van je wcrol die je heb gehamsterd. Anderhalve meter is geen slap armpie, maar bijna een halve surfplank. Als je het nou nog niet snapt, des te meer reden om die deur dicht te pleuren en op je gat te zitten.

18 dagen

Kijk, ik ben niet de slimste mens van Nederland (vraag maar aan m’n wiskundedocent) en dit snap ik wel. Ik vind het oké om in stilte thuis te zitten en me muil heel de dag te houwe. Ook ken ik echt genieten van frisse lucht op m’n porum, of een heel gangbaar bezoekje aan de supermarkt om pleepapier te kopen. Allemaal niet meer zo normaal hè. Nee hè. Binnenzitten geblazen dus. Iets wat ik dus al achtien teringlange dagen doe.

To flatten the curve, zoals ze dat sjiek noemen. Dat betekent eigenlijk dat we kalm aan moeten doen met de virusverspreiding. Dat verspreiden gebeurt toch wel, daar kenne we niks aan veranderen. Alleen waarom zouden we het hele boeltje verzieken door met z’n allen tegelijk ziek te worden? Dat kennen al die zusters en dokters allemaal niet aan.

En het enige wat wij moeten doen is op onze reet zitten op de bank en lekker met onze grafbek fancy live video’s maken. Ik zit al meer twee weken zo goed als 24 uur per dag binnen. Óók voor jou pannenkoek. Dus als je effe normaal ken doen met je muil; graag.

Lees ook: